De kluut (Recurvirostra avosetta) is een elegante vogelsoort die bekendstaat om zijn opvallend gekromde snavel. Deze vogel behoort tot de familie van de strandlopers en steltlopers en komt voor in verschillende delen van Europa, Aziƫ en Afrika.
Habitat en leefgebieden - Kluten foerageren voornamelijk in zoute milieus, zoals slikgebieden met eilandjes met kale grond, schelpen, en wat planten. Toch zijn ze ook wel te vinden in zoete gebieden, zoals kort grasland en open bouwland.
Nesten - Kluutpaartjes baltsen opvallend en broeden meestal in kolonies. Het nest is een kuiltje in de grond, soms met een echte nestrand. Ze broeden op slik, kaal weiland en akkers. Een broedsel bestaat uit 3-4 eieren.
Voedsel - Hun voedsel bestaat uit dierlijk materiaal dat ze uit het slik zeven met maaiende bewegingen van hun opgewipte snavel. Vooral zeeduizendpoten, slijkgarnaaltjes, springstaarten en andere insecten staan op het menu.
Roep - De meestgebruikte roep van de kluut klinkt als ākluut-kluutā. Hij roept dus zijn eigen naam. Daarnaast maakt hij ook zacht gekwetter.
Trek - Kluten die in Nederland broeden, trekken in het najaar weg naar Zuidwest-Europa en Noordwest-Afrika. Steeds vaker overwinteren ze echter in Nederland, zowel in de Delta als het Waddengebied.
Tijdens de trek zijn ze sterk kustgebonden, maar soms worden ze ook langs rivieren en meren in het binnenland aangetroffen.
Vanaf februari (zachte winters) of maart (koudere winters) keren kluten terug naar hun broedgebied.