De Europese oehoe (Bubo bubo) is een imposante uilsoort die voorkomt in veel delen van Europa en Aziƫ. Met een spanwijdte van wel 2 meter behoort deze soort tot de grootste uilen ter wereld. De Europese oehoe is een indrukwekkende verschijning en speelt een belangrijke rol in de natuurlijke ecosystemen waarin hij voorkomt.
Habitat en leefgebieden - Oehoes leven in bossen en op vlakten in Europa, Rusland en Centraal Aziƫ. Ook in menselijke (stedelijke) omgevingen is hij te vinden. Het leefgebied moet zowel in de zomer als winter voldoende voedsel bieden, en water in de buurt is belangrijk voor drinken en badderen.
Nesten - De oehoe vormt een paar in de herfst. Vroege legsels vinden plaats in februari, meestal maart. Het legsel bestaat uit 2-3 eieren, soms zelfs 4-5. De broedduur is 33-35 dagen. De jongen komen asynchroon uit het ei en na 10 weken zijn ze vliegvlug. De oehoe nestelt op richels van bergen, steengroeves of soms in een oud nest van bijvoorbeeld een roofvogel. Geschikte nestplaatsen worden vele jaren achtereen gebruikt.
Voedsel - De oehoe eet wat plaatselijk in overvloed voorhanden is. Denk aan zoogdieren, muizen, ratten, en zelfs incidenteel een vos. Ook (zee)vogels, roofvogels en andere uilensoorten staan op het menu.
Uiterlijk - De Europese oehoe is door zijn grootte, massieve lichaam en dikke kop niet te verwarren met andere uilensoorten in Europa. Opvallend zijn de 8 cm lange oorpluimen en de grote oranje ogen. Het vrouwtje is groter (gemiddeld 67 cm) dan het mannetje (gemiddeld 61 cm). Het verenkleed is van boven roestbruin met donkere vlekken en bandering, en van onder lichter roestkleurig met donkere lengtestrepen. De Europese oehoe heeft lange, brede vleugels en krachtige, bevederde poten.
Geluid - Het kenmerkende geluid van de oehoe is een zware, bassende roep die klinkt als āhoĆ©-oeā¦ā. Het vrouwtje roept zachter en hoger, en daarnaast maakt de oehoe ook blaffende geluiden.
Nachtdier - De Europese oehoe is voornamelijk een nachtdier. Zijn grote ogen zijn aangepast aan het waarnemen van licht bij weinig licht. Hierdoor kan hij zelfs in het donker prooien zien bewegen.